Oudje (Voor Bertus Leerkes) - Herman Van Veen

Wij werden in een magere tijd, een tijd van zuinigheid geboren

Maar, met veel ijver en beleid wisten wij bronnen aan te boren

Van welvaart en van zekerheid, nu gaat dat alles weer verloren

Wij bijten straks weer op een houtje

Oudje

We kwamen echt in goeden doen, we konden zelfs wat potverteren

Nu zullen we, met goed fatsoen, nog met z’n beitjes moeten leren

Om, net als in de tijd van toen, de dubbeltjes weer om te keren

Ja, neem nog maar een laatste zoutje

Oudje

Dat 't met de verzorgingsstaat niet zoveel langer meer kan duren

Daar wordt al veel over gepraat, door wie ons in Den Haag besturen

En wie niet meer uit werken gaat, die zal dat nog 't meest bezuren

Ons optimisme was een foutje

Oudje

We hebben ze voorgoed gehad, die wondermooie vette jaren

Soms zou ik willen, lieve schat, dat wij twee oude vogels waren

Dan kwam er wel een grote kat om onze klus voorgoed te klaren

Een levenseind als lekker boutje

Oudje

Oudje

Nous sommes nés dans une période de vaches maigres, une période de frugalité

Mais, avec beaucoup de zèle et de politique, nous avons réussi à trouver des sources

De prospérité et de sécurité, maintenant tout cela est à nouveau perdu

Nous allons bientôt mordre à nouveau un morceau de bois

vieux

Nous sommes vraiment bien arrivés, nous avons même pu en digérer

Maintenant, nous allons, avec une bonne décence, encore devoir apprendre avec notre bit

Pour tourner à nouveau les centimes, comme à l'époque

Oui, un dernier sel

vieux

Que ça ne peut plus durer longtemps avec l'état-providence

On en parle déjà beaucoup, par qui nous contrôle à La Haye

Et celui qui ne va plus travailler le regrettera le plus

Notre optimisme était une erreur

vieux

Nous les avons eues pour toujours, ces merveilleuses années grasses

Parfois je souhaite, chérie, que nous soyons deux vieux oiseaux

Puis un gros chat est venu faire notre travail pour de bon

Une fin de vie comme un boulon savoureux

vieux

vieux