Goud - De Kift

Ik heb geen spijt, geen tranen, geen verlangen;

Zoals rook van appelbloesems teer

Door het goud van het verval omvangen

Gaat alles voorbij en keert niets weer

Nooit meer zul je zoals vroeger strijden

M’n hart dat door de kou is aangedaan

't Land der berken zal mij niet verleiden

Ooit nog blootsvoets er doorheen te gaan

Zelden zet hij als in vroeger dagen

Zwerversgeest, mijn lippen nog in gloed

Dat gaat nu allemaal vervagen

Vurig oog een zinderend gemoed

Ik verlang nu minder dan tevoren

Leven, ben je soms een droom van mij?

't Is als reed ik bij het lentegloren

's Morgens op een roze paard voorbij

Elk van ons moet van dit leven scheiden

't Kooperen lover van de esdoorn kwijnt

Wees gezegend tot het eind der tijden

Al wat bloeit en daarna weer verdwijnt

Je n'ai aucun regret, aucune larme, aucun désir;

Comme le goudron de fumée de fleur de pommier

Encerclé par l'or de la décomposition

Tout passe et rien ne revient

Plus jamais tu ne te battras comme avant

Mon cœur touché par le froid

Le pays des bouleaux ne me tentera pas

Jamais passer pieds nus à travers

Rarement met-il comme autrefois

Fantôme du vagabond, mes lèvres brillent encore

Tout va maintenant s'estomper

Œil de feu un esprit brûlant

Je veux maintenant moins qu'avant

La vie, es-tu parfois un de mes rêves ?

C'est comme si je conduisais à l'aube du printemps

Debout le matin, un cheval rose passe

Chacun de nous doit quitter cette vie

L'amant Kooperen de l'érable languit

Soyez béni jusqu'à la fin des temps

Tout ce qui fleurit puis disparaît à nouveau